Als je haar maar goed zit!

“Als je haar maar goed zit!” is deze weken het thema in mijn kleutergroep. Daarvoor is natuurlijk wel een kapsalon met échte spullen nodig.

De kinderen waren enthousiast en brachten direct allerlei materialen van huis mee om de kapsalon in te richten. Er is inmiddels van alles om je haar mee te stylen, te wassen, te drogen, te borstelen of te kammen. Je kunt er verder een hoofdmassage krijgen en scheren met echte scheerzeep behoort ook tot de mogelijkheden. En er zijn veel elastiekjes, knipjes, diademen en kammetjes om in het haar te steken.

Eén ding ontbreekt in onze kapsalon: een schaar! Aan het begin van het thema heeft iedereen plechtig beloofd om nooit met een echte schaar in het eigen haar of dat van een ander te knippen. En daar heeft iedereen zich keurig aan gehouden. (Tot nu toe!)

Maar knippen en de kapper zijn natuurlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dus wilde ik naast de scharen die in de knutselkast staan en vrij te gebruiken zijn tijdens het knutselen, nog een plek maken waar de kinderen kunnen knippen.

Voor de gelegenheid haalde ik het zand uit de zandtafel en verving het door bollen wol en een paar scharen. Hier mag geknipt worden! De bollen wol zijn inmiddels niet meer, wel ligt de zandtafel vol met kleine draadjes die elke dag in nóg kleinere stukjes geknipt worden.

Boven de zandtafel hangt een haak met daaraan verschillende strengen wol: ‘lang haar’ dat gevlochten kan worden en ook geknipt mag worden. Dat bleek in het begin nog best lastig, maar inmiddels knippen de meeste kappers in spe met het grootste gemak het lange haar tot een kort staartje.

En ik? Ik hang gewoon elke ochtend nieuwe lange haren boven de zandtafel!

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

 

 

 

Alle kleuren van de regenboog

“Stoepkrijten” is een geliefde bezigheid op het schoolplein.

Je kunt er mee tekenen, letters mee schrijven, een hinkelbaan tekenen, poederbergjes van maken als je de krijtjes helemaal ‘optekent’ en als je van juf een bekertje water mag halen kun je er hele vieze papjes van maken!

En gisteren maakte ik er met een aantal kinderen een soort kleurenmozaïek van. Ik kleurde een paar stoeptegels in één kleur waarna ik op het gele vlak een geel herfstblaadje legde, dat toevallig op de grond lag. Woorden waren verder overbodig.

Op de groene tegel lagen al snel verschillende groene blaadjes. En onder de heg vonden we de rest van de kleuren: blauw, geel, roze, wit!

Doordat er een stevig herfstwindje waaide kregen we ook nog voldoende beweging. Want na iedere windvlaag blies de wind onze mozaïek uit elkaar en holden wij er achteraan om de kleurige vondsten terug te halen!

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

 

 

 

 

Appeltje voor de dorst.

Elke donderdag is het ‘fruitdag’ bij ons op school. Een goed begin om kinderen een gezond pauzehapje te laten eten. Bij mij in de groep nemen steeds meer kinderen élke dag fruit mee. En dan bij voorkeur een appeltje. Een hele en ongeschild, gewoon een appeltje.

De reden van al die appels is eenvoudig: juf heeft een appelschilmachine! De machine schilt de appel, haalt het klokhuis eruit en tovert de appel om in een mooie spiraal. En zo smaakt die appel natuurlijk extra lekker!

Broertjes en zusjes van oud-leerlingen weten het al: juf Mariska schilt je appel. De andere leerlingen moeten soms meer hun best doen om hun ouders te overreden om een appel mee naar school te krijgen! Zo aan het begin van het nieuwe schooljaar komen er regelmatig ouders bij me met de vraag of het echt mag, zo’n ongeschilde appel. En het mag, graag zelfs!

Natuurlijk zorgt het schilmachientje  ook voor mooi lesmateriaal. Want hoe werkt die machine nou precies, zitten er messen aan en waar zitten die messen dan? Wat zijn die spetters tijdens het schillen? Nieuwe woorden worden geleerd: schillen, snijden, klokhuis, steel, kroontje, sap, vruchtvlees, schijfjes, spiraal. En inmiddels weten ze allemaal wat appelwangen zijn en dat een appelschil wel meer dan een meter lang kan zijn.

Elke dag een mand vol appels. Elke dag een klas vol kleuters die graag een appeltje eten. Lang leve mijn schilmachine!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2…4…6…

 

 

Wat is het toch fijn om met ‘niets’ je werk te doen! Of je werk te doen met wat toevallig voor handen is. Met ‘niets’ een rekenles te geven, met ‘niets’ kinderen bepaalde vaardigheden en inzichten bij te brengen. Gewoon goed kijken wat er is, zien wat er gebeurt en aanvoelen waar je als leerkracht in het spel van de kinderen kunt ‘invoegen’.

Afgelopen week speelden de kinderen met doeken en kleden op het plein. Op het kleed mogen je schoenen uit is de afspraak. De kinderen hadden een spel bedacht waarbij ze om de beurt op het kleed mochten springen. Ze hadden hun schoenen daarvoor in een lange rij voor het kleed gezet. Stonden jouw schoenen vooraan? Dan was je aan de beurt. Telkens als er iemand geweest was, werd het voorste paar schoenen achteraan gezet en schoven ze alle andere paren een stukje naar voren.

Een spel waar ze een tijdje helemaal in op gingen. Naast dat het een leuk spel was, was het ook een mooie rekenles. Tellen in sprongen van twee!

Ik voegde in en hielp met het doorschuiven van de schoenen. Ik merkte op dat er veel schoenen stonden en vroeg me af hoeveel het er zouden zijn. Het werd direct voor me uitgerekend. Voor de zekerheid, omdat iedereen het graag heel zeker wilde weten, telde juf het nog even na. In sprongen van twee natuurlijk!

Ook deze manier van tellen moest gecontroleerd worden. Toen de kinderen nogmaals alle schoenen telden, steeds opnieuw begonnen als ze zich hadden vergist, ze elkaar corrigeerden en ondersteunden, was het voor mij tijd om weer uit te voegen!

 

 

 

 

 

 

 

Nail art

Onze ‘openlucht-nagelstudio’ was vanwege het prachtige weer van de afgelopen dagen weer geopend! Een beetje stoepkrijt, water en een kwastje is alles wat een nagelstylist nodig heeft om tot echte ‘nail art’ te komen!

 

In de snoepwinkel.

 

In mijn groep spelen de kinderen graag met klei. Klei zoals je die in elke kleuterklas kunt vinden: twee kilo kleurige klei-worstjes in een rond emmertje, “goed kneedbaar en verhardt niet”!

Vier kilo klei per schooljaar. Bij de start van het nieuwe schooljaar en na de kerstvakantie staat er een nieuwe emmer met frisse kleurige worstjes klaar in de kast!

Een kleuterklas zou er uit moeten zien als een snoepwinkel las ik een tijdje terug in een artikel over kleuteronderwijs. Een mooie vergelijking.

En al kijkend naar de kleuters die in mijn groep met klei spelen zie ik inderdaad niets anders dan snoep, taartjes, lolly’s en ander lekkers. Gepresenteerd op ‘zilveren’ schaaltjes uit de kringloopwinkel, gebakken in een klein speelgoed-oventje, versierd met behulp van kleine stokjes, steentjes of schelpjes.

Af en toe haal ik wat accessoires weg en voeg nieuwe toe, bijvoorbeeld parapluutjes, verjaardagskaarsjes, veertjes, (gelamineerde) ‘taart-onderleggers’,  ronde of hartvormige onderleggers en verschillende bakvormen.

Zo is er elke dag volop lekkers te verkrijgen in onze snoepwinkel. En meestal helemaal gratis!

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

Hutten bouwen wordt techniekles.

Al een paar dagen zijn tijdens het buiten spelen de lappen en doeken weer in trek. Samen met 2 springtouwen ontstaan er iedere buitenspeeltijd weer andere hutten.

De eerste dag moesten we het zonder wasknijpers doen. Wel lastig, maar niemand liet zich er door weerhouden.

Op dinsdag bracht een collega 50 nieuwe wasknijpers mee. Fijn! Dat bouwt toch een stuk sneller en makkelijker!

Wel jammer dat ze zo snel stuk gaan. Al gauw hadden we geen 50 wasknijpers maar 100 halve wasknijpers en 50 ijzertjes! Ik wilde ze al bijna weggooien onder het mom van “goedkope dingen”, maar gelukkig zag mijn collega er een lesje techniek in!

Samen deden we voor hoe je van 2 halve knijpers en een ijzertje weer een héle wasknijper maakt. Een pittige klus! Maar met doorzettingsvermogen en af en toe een klein beetje hulp kregen sommige kleuters het tóch voor elkaar. En nu begint ‘hutten bouwen’ dus steevast met dit technische klusje.

Dankjewel collega voor deze nieuwe impuls!

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pareltjes aan het schoolhek.

Kleuters die zich verwonderen. Ze doen het de hele dag door. Het is zoiets vanzelfsprekends voor jonge kinderen. Soms valt hun verwondering mij ineens weer extra op. Zoals afgelopen week tijdens het buitenspelen in de kou. Aan het lange schoolhek hingen rijen druppels te glinsteren in de ochtendzon. Een paar kinderen die in de buurt van het hek speelden hadden ze ook zien hangen en raakten de druppels aan zodat ze op de grond vielen.

Even later liepen dezelfde kinderen ineens heel behoedzaam en met een uitgestoken vinger heen en weer.

Toen ik kwam kijken zag ik dat ze met hun vingers steeds heel voorzichtig één druppeltje aanraakten. En als je dat maar voorzichtig genoeg deed, bleef zo’n druppel als een pareltje op je vingertop liggen.

Vol verwondering bleven ze zo nog een tijdje in de weer met de druppels. Letterlijk en figuurlijk mooie pareltjes aan het schoolhek!

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rekenlessen in de garderobe.

Gewone alledaagse lesjes verpakken in spel. Een van de leukste uitdagingen in mijn werk als kleuterjuf.

Het spel van de afgelopen week was er weer een prachtig voorbeeld van! Op de gang voor ons lokaal hadden we een paar dagen geleden een museum ingericht. Ons thema ‘Ik ben een kunstenaar’ leverde genoeg materiaal op om een eigen museum te beginnen.

Een kassa-hoekje met kassa en pinautomaat, tickets (de échte van het Van Goghmuseum die we zorgvuldig hadden bewaard na ons bezoek van een paar weken geleden!) en wasknijpers, notitieblaadjes, een stempelkussen en de cijferstempels van 0 tot en met 9.

In het Van Goghmuseum lieten we onze jassen namelijk achter in de garderobe en ontvingen daarbij het bijbehorende retourbonnetje. En precies dat wilde ik ook in ons museum. In dat spel kon ik namelijk heel eenvoudig een paar rekenlesjes verstoppen.

Bij het introduceren van het museumspel bespraken we hoe het ook weer ging in het Van Goghmuseum en hoe wij de garderobe in ons museum zouden vormgeven.

Er moesten bonnetjes gemaakt worden, steeds twee met hetzelfde getal erop. De ene zou met een wasknijper aan de jas bevestigd worden en andere bon moest aan de bezoeker gegeven worden met de mededeling “deze bon heel goed te bewaren”!

Gisteren en vandaag was de rij voor de kassa van ons museum lang. Er ging behoorlijk wat tijd zitten in het stempelen van twee dezelfde bonnetjes en ook het bevestigen van het bonnetje aan de jas was nog een hele klus! Maar alle bezoekers wachtten geduldig en toen eindelijk alle jassen netjes genummerd in de garderobe hingen (gewoon onze eigen kapstok) konden de zelfgemaakt kunstwerken bewonderd worden!