Klaagvrije maandag

“Het is morgen ‘klaagvrije maandag'”, zei een vriendin zondagavond. Het leek me een mooie uitdaging met de voorspelde langdurige regen voor deze maandag.

Vanochtend op school schreef ik het op het memobord in de teamkamer. Een beetje als grap maar toch zette het bericht de toon! We klagen niet vandaag, wat een goed idee!

“Succes hè!”wensten we elkaar toe toen de bel ging en ieder naar z’n eigen groep liep. En terwijl ik naar mijn kleutergroep liep bedacht ik ineens dat ik het ook gewoon met de kinderen ging doen.

Nadat alle ouders weg waren vertelde ik dat het ‘klaagvrije maandag’ was. Verwachtingsvol keken 26 kleuters mij aan. Ik legde uit wat klagen was (geen enkele kleuter wist wat het was!) en ook het begrip ‘vrij’ in deze context behoefde extra uitleg.
Maar al snel was het ze helemaal duidelijk en was iedereen enthousiast!

Meteen na dit gesprek kondigde ik een wijziging in het dagprogramma aan. Omdat het zo vreselijk regende stelde ik voor om te wachten met buiten spelen (lievelingsactiviteit van de meeste kleuters) tot een later moment op de dag. “Hier moeten we dan maar klaagvrij mee omgaan!” zei ik er snel achteraan. Dat bleek gelukkig geen probleem!

De kinderen bedachten allerlei alternatieven. We konden naar de speelzaal gaan en daar eindelijk weer eens een dansles doen, of we gaan gewoon héél lang ‘kiezen’ of twéé keer ‘kiezen’, ideeën genoeg. “Het geeft niet dat het regent we verzinnen gewoon leuke dingen die we alleen binnen kunnen doen juf!”

So far so good.

Maar hoe ga je klaagvrij om met een ander kind waar je last van hebt? Een kind dat tegen je aan hangt terwijl je in de kring zit. Of wanneer iemand zomaar iets van je afpakt, iets onaardigs zegt of jou niet wil helpen met het dichtknopen van je blouse na de dansles?

Erover klagen bij de juf mag niet, want ’t is een klaagvrije dag. Maar wat dan wel? Steeds als er een kind bij me kwam om te klagen, gaf ik de tip het probleem positief aan te pakken. Spreek met een vriendelijke stem, zet je klaagvrije gezicht op en vertel duidelijk waar je last van hebt en wat je van de ander verwacht.

Het werkte! Het werd ondanks dat we de hele dag binnen bleven (het blééf maar regenen!) en iedereen wat onrustiger was dan normaal, een hele gezellige dag.

Ook ik probeerde alles wat er op míjn pad kwam zo positief mogelijk te benaderen. Klagen over de omgevallen kralenplank of het potje spijkertjes van hamertje-tik, over een broekplasser of mijn koude koffie is zinloos als kleuterjuf, dat doe ik dus al jaren niet meer. Bij alle andere beklagenswaardige zaken kwam het er eigenlijk op neer dat ik steeds constateerde wat er gebeurde maar er niet over oordeelde. Kinderen wel aansprak wanneer er iets gebeurde wat niet hoorde maar er niet over mopperde. Hoewel het positief benaderen van kinderen en alles wat daarbij hoort in de groep eigenlijk een soort vanzelfsprekendheid voor me is, was het toch leuk om er een dag extra bewust mee om te gaan.

Maandag 29 augustus is de volgende klaagvrije maandag las ik op Facebook, de eerste dag van het nieuwe schooljaar. Wij doen weer mee hoor! En de kans is groot dat ik in de tussentijd zélf nog een paar vrije klaagvrije dagen organiseer!

 

 

 

 

 

 

 

 

2…4…6…

 

 

Wat is het toch fijn om met ‘niets’ je werk te doen! Of je werk te doen met wat toevallig voor handen is. Met ‘niets’ een rekenles te geven, met ‘niets’ kinderen bepaalde vaardigheden en inzichten bij te brengen. Gewoon goed kijken wat er is, zien wat er gebeurt en aanvoelen waar je als leerkracht in het spel van de kinderen kunt ‘invoegen’.

Afgelopen week speelden de kinderen met doeken en kleden op het plein. Op het kleed mogen je schoenen uit is de afspraak. De kinderen hadden een spel bedacht waarbij ze om de beurt op het kleed mochten springen. Ze hadden hun schoenen daarvoor in een lange rij voor het kleed gezet. Stonden jouw schoenen vooraan? Dan was je aan de beurt. Telkens als er iemand geweest was, werd het voorste paar schoenen achteraan gezet en schoven ze alle andere paren een stukje naar voren.

Een spel waar ze een tijdje helemaal in op gingen. Naast dat het een leuk spel was, was het ook een mooie rekenles. Tellen in sprongen van twee!

Ik voegde in en hielp met het doorschuiven van de schoenen. Ik merkte op dat er veel schoenen stonden en vroeg me af hoeveel het er zouden zijn. Het werd direct voor me uitgerekend. Voor de zekerheid, omdat iedereen het graag heel zeker wilde weten, telde juf het nog even na. In sprongen van twee natuurlijk!

Ook deze manier van tellen moest gecontroleerd worden. Toen de kinderen nogmaals alle schoenen telden, steeds opnieuw begonnen als ze zich hadden vergist, ze elkaar corrigeerden en ondersteunden, was het voor mij tijd om weer uit te voegen!