Spiderman doet citotoets!

Het zit erop! De toetsweken zijn voorbij.
Ooit heeft iemand verzonnen dat het zinvol is om (hele) jonge kinderen te onderwerpen aan toetsen. Want pas dán kun je precies weten hoe het met ze gaat, hoe ze ervoor staan, of ze slim zijn, onder de norm zitten, op welke gebieden je als school je onderwijs kunt verbeteren, “waar je op moeten inzetten” of je een goede school bent en in ons geval dus of we wel een een goede Voorschool zijn. Dat feit, dat we Voorschool zijn maakt dat de gemeente Amsterdam ons heeft verplicht al onze kleuters te toetsen.
Getallen, resultaten, meetbaar en meer van dat soort zaken.
Inmiddels heb ik de strijdbijl wat dit betreft begraven, het bijltje er maar bij neergegooid, ben ik uit-geprotesteerd, gestopt met de hakken in het zand zetten: ik toets braaf al mijn kleuters.
Hoewel ik de toetsperiode echt het dieptepunt van het schooljaar vind, heb ik me de afgelopen 2 weken toch enorm geamuseerd tijdens het toetsen.

Hoe het gaat.

Om te beginnen is het onmogelijk alle 28 kleuters tegelijk te toetsen. Want naast dat je de vragen moet voorlezen, heb je het ontzettend druk met de randvoorwaarden. Zoals daar zijn het oprapen van potloden, punten aanslijpen (want die breken af als je ze een keer of 5 laat vallen!), het oprapen van potloden en het oprapen van potloden!
En daarnaast hebben de groepen 1 en 2 ook nog verschillende toetsen dus kunnen ze hoe dan ook niet allemaal tegelijk.

Wij hadden de speelzaal omgetoverd tot ‘examenzaal’, voor elk kind was er een bankje met daarop een potlood en een kartonnetje. (Met dat kartonnetje bedekken de kinderen tijdens de toetsen de vragen die nog niet aan de beurt zijn.) Geen stoelen, lekker op hun knietjes voor ’t bankje, konden ze tijdens het toetsen ook nog een beetje hangen en wiebelen. Eerst ging ik met groep 2 naar de speelzaal. Ze klommen uitgelaten over de bankjes, renden rondjes, vochten om de beste plekken, gooiden potloden de lucht in en hadden er eigenlijk best zin in! De achterblijvers van groep 1 zette ik voor een dvd van Barbapapa samen met 4 meiden uit groep 8 die als oppas fungeerden.

In de handleiding van de CITO-toets staat precies beschreven wat en hoe vaak de leerkracht iets mag zeggen. Dus alle vragen, verhaaltjes, raadsels en andere instructies mogen maar 2x door mij herhaald worden. En da’s best jammer voor veel kinderen. Want soms moeten ze hun gevallen potlood van de grond rapen. Sommige kinderen moeten dat vaak doen, sommigen heel vaak. Of het potlood rolt zo ver weg dat zich moeten uitrekken waardoor per ongeluk het toetsboekje op de grond valt. Meestal is het boekje na oprapen dicht. Da’s jammer. Want welke kleuter vindt zelfstandig de juiste bladzijde terug en voegt weer in bij de juiste vraag? En oja, dat kartonnetje waarmee je de andere vragen moest afdekken, waar is dat nu weer gebleven?

Maar na een vraag of 4, 5 komen we op stoom. Bijna iedereen begrijpt “hoe het werkt”, er wordt best goed geluisterd naar de vragen die ik stel, snappen ze dat je een streepje onder het goede plaatje moet zetten, begrijpen ze het principe van het doorschuiven van het kartonnetje en kunnen ze hun plas nog best even ophouden! Knappe kinderen!

En toen was groep 1 aan de beurt.
Ze renden even uitgelaten als groep 2 de speelzaal binnen. Klommen ook over de bankjes, ontdekten dat ze er ónder pasten en vochten net als de groepers 2 om de beste plek.
Voor groep 1 gold hetzelfde principe als voor groep 2: boekje, potlood, kartonnetje, stil zijn, zitten blijven, luisteren, streepje zetten, kartonnetje doorschuiven, volgende vraag. Kortom: een onmogelijke klus. Een toetsboekje, een potlood, een leeg kartonnetje, je kunt er werkelijk van alles mee doen! Toetsen was voor de meeste van mijn 14 lieve, schattige, mollige 4 en 5-jarige kleuters maar bijzaak.

 

Er werd tussen de vragen door getekend op kartonnetjes, plaatjes ingekleurd, streepjes gezet door het héle boekje, onder het goede plaatje, maar ook onder andere leuke plaatjes. Je kunt kunstjes met je potlood doen, toch nog even verstoppertje spelen onder het bankje, een ander kind helpen “néé, je moet onder dát plaatje een streepje zetten”. En verder kun je tijdens zo’n toets languit op de grond liggen, weglopen van je plek, naar het raam lopen, naar de wc gaan, niezen met veel snot of gewoon geen zin hebben in toetsen! En toen ik even niet oplette zat ineens Spiderman aan een tafeltje. “Hé Spiderman! Jij ook hier? Goed opletten hoor en zet maar een streepje onder het goede plaatje, een stréépje hè!” Een van de jongetjes had een Spiderman-vest aan en daar bleek weer een soort Spiderman-masker aan vast te zitten. En dat moest op, nu, meteen! Dat toetst namelijk veel lekkerder!
IMG_1449

En als je dacht dat dit het was, dan heb je het mis. Want dit alles herhaalde zich voor elk kind nog 3x. Elke kleuter moet namelijk een taal en een rekentoets maken. Deze toetsen bestaan uit 2 delen, 4 toets-sessies voor elk kind. En voor mij dus 8 sessies! De eerste keer vonden de meeste kleuters het nog wel interessant maar na 2 sessies was de lol er voor de meesten meer dan af. Maar we hebben volgehouden, het is klaar, het is af, het is volbracht!

Inmiddels heb ik alles nagekeken, zijn de fouten geteld, de punten verdeeld en staan de resultaten keurig in het systeem en weet ik ongeveer net zoveel over mijn 28 kleuters als 2 weken geleden. De resultaten zijn een bevestiging van wat ik al wist. Niks nieuws onder de zon.

Maandag zijn we er weer, Spiderman en ik en de rest van mijn kleuters. En gaan we weer doen waar we goed in zijn. Spelen! Ik hoop dat de zon schijnt, gaan we buiten spelen!

IMG_1462