In de snoepwinkel.

 

In mijn groep spelen de kinderen graag met klei. Klei zoals je die in elke kleuterklas kunt vinden: twee kilo kleurige klei-worstjes in een rond emmertje, “goed kneedbaar en verhardt niet”!

Vier kilo klei per schooljaar. Bij de start van het nieuwe schooljaar en na de kerstvakantie staat er een nieuwe emmer met frisse kleurige worstjes klaar in de kast!

Een kleuterklas zou er uit moeten zien als een snoepwinkel las ik een tijdje terug in een artikel over kleuteronderwijs. Een mooie vergelijking.

En al kijkend naar de kleuters die in mijn groep met klei spelen zie ik inderdaad niets anders dan snoep, taartjes, lolly’s en ander lekkers. Gepresenteerd op ‘zilveren’ schaaltjes uit de kringloopwinkel, gebakken in een klein speelgoed-oventje, versierd met behulp van kleine stokjes, steentjes of schelpjes.

Af en toe haal ik wat accessoires weg en voeg nieuwe toe, bijvoorbeeld parapluutjes, verjaardagskaarsjes, veertjes, (gelamineerde) ‘taart-onderleggers’,  ronde of hartvormige onderleggers en verschillende bakvormen.

Zo is er elke dag volop lekkers te verkrijgen in onze snoepwinkel. En meestal helemaal gratis!

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

Rekenlessen in de garderobe.

Gewone alledaagse lesjes verpakken in spel. Een van de leukste uitdagingen in mijn werk als kleuterjuf.

Het spel van de afgelopen week was er weer een prachtig voorbeeld van! Op de gang voor ons lokaal hadden we een paar dagen geleden een museum ingericht. Ons thema ‘Ik ben een kunstenaar’ leverde genoeg materiaal op om een eigen museum te beginnen.

Een kassa-hoekje met kassa en pinautomaat, tickets (de échte van het Van Goghmuseum die we zorgvuldig hadden bewaard na ons bezoek van een paar weken geleden!) en wasknijpers, notitieblaadjes, een stempelkussen en de cijferstempels van 0 tot en met 9.

In het Van Goghmuseum lieten we onze jassen namelijk achter in de garderobe en ontvingen daarbij het bijbehorende retourbonnetje. En precies dat wilde ik ook in ons museum. In dat spel kon ik namelijk heel eenvoudig een paar rekenlesjes verstoppen.

Bij het introduceren van het museumspel bespraken we hoe het ook weer ging in het Van Goghmuseum en hoe wij de garderobe in ons museum zouden vormgeven.

Er moesten bonnetjes gemaakt worden, steeds twee met hetzelfde getal erop. De ene zou met een wasknijper aan de jas bevestigd worden en andere bon moest aan de bezoeker gegeven worden met de mededeling “deze bon heel goed te bewaren”!

Gisteren en vandaag was de rij voor de kassa van ons museum lang. Er ging behoorlijk wat tijd zitten in het stempelen van twee dezelfde bonnetjes en ook het bevestigen van het bonnetje aan de jas was nog een hele klus! Maar alle bezoekers wachtten geduldig en toen eindelijk alle jassen netjes genummerd in de garderobe hingen (gewoon onze eigen kapstok) konden de zelfgemaakt kunstwerken bewonderd worden!

De gelukkige klas.

Soms word ik zo gelukkig van mijn werk! Vandaag bijvoorbeeld.

Gisterochtend en en ook vanochtend nog, begroetten de meeste kinderen en ouders mij met een ‘gelukkig nieuwjaar’. Elkaar een hand geven en goedemorgen wensen doen we elke dag, maar nu kwamen daar deze twee woorden bij.

Vanochtend in de kring stonden we stil bij die woorden. ‘Gelukkig nieuwjaar’ zeggen: waarom doe je dat en wat betekent het eigenlijk? Wat is geluk? Ben jij gelukkig? Wanneer ben je gelukkig?

Een paar kinderen konden precies omschrijven hoe je je voelt als je gelukkig bent: je voelt je goed en je bent blij. Vaak ontaarden vragen als ‘waar word je gelukkig of blij van’ in het opnoemen van allerlei materialistische wensen. Maar vandaag niet! Het materialistische gedeelte bleef beperkt tot ‘ik ben gelukkig als ik een cadeau krijg, naar een pretpark ga of naar het theater’.

Gelukkig ben je pas écht als je met je grote broer voetbalt, alleen met mama thuis bent, mama met jou met de Lego speelt, als je bij oma mag logeren en ze de lekkerste couscous van de hele wereld heeft gekookt. Of wanneer papa je heel hoog in de lucht tilt, je eindelijk jarig bent of naar het diepe bad mag bij zwemles. Als je kunt doen wat je wilt, je gewoon maar wat aan het niksen bent, als je kleine broertje eindelijk slaapt en jij ongestoord met je speelgoed kunt spelen! Dan ben je gelukkig.

Alle geluksmomenten schreef ik met een zilveren stift op een groot blauw vel. We hingen het naast de deur van onze klas.

Wij zijn een gelukkige klas en iedereen mag het weten!

 

 

“Kids don’t learn from people they don’t like!”

“Kids don’t learn from people they don’t like!” 

Aldus de Amerikaanse lerares Rita Pierson. Ze hield een prachtige TEDtalk over wat volgens haar de basis is van al het leren: een goede relatie tussen de leraar en het kind.

Via onderstaande link kun je de hele TEDtalk zien.    

http://ww2.kqed.org/mindshift/2013/09/11/why-every-student-needs-a-teacher-champion/

Dag Sinterklaasje!

Hoewel hier thuis ons hartje nog vol verwachting klopt, staan de Sint-spullen op school alweer op de bovenste plank in de berging!

Het feest op school was als vanouds!

In de klas schilderden de kinderen Sint en zijn Pieten in alle kleuren van de regenboog. We zongen van ‘Zie ginds komt de stoomboot’ en ‘zijn Piet staat te lachen en roept naar de kant: “Ik heb genoeg snoepgoed voor heel Nederland!”‘

De kinderen vertelden mij dat Zwarte Piet ook wit kan zijn of bruin of welke kleur ze maar willen. En dat we dus maar beter gewoon ‘Piet’ kunnen zeggen.

We bakten pepernoten en ik kon de weegschaal weer eens niet vinden. Ze smaakten daarom nergens naar, maar dat weerhield ons er niet van ze tot de laatste kruimel op te eten.

We leerden dat pepernoten eigenlijk kruidnoten heten, echte pepernoten kleine stukjes taaitaai zijn en dat de tabberd de paarse rok onder Sint z’n witte jurk is.

En gisteren stonden we weer met z’n allen zenuwachtig op het plein waarbij ik zweterige handjes van gespannen kleuters vasthield en ouders gerust stelde: “het komt goed, als ze bang is mag ze bij mij op schoot!” en “als het echt niet gaat dan bel ik hoor!”.

De pieten waren grappig, deden kunstjes en waren zwart ván het roet. Sinterklaas deelde cadeautjes uit en de juf moest bij Sint op schoot!

In de klas lagen weer appeltjes van oranje op het tafeltje in de kring en was er voor iedereen lekkere speculaas.

Het was een fantastisch feest. Een sinterklaasfeest als vanouds!

Maandag maar eens kijken waar ik de doos met kerstspullen ook weer had neergezet.

 

IMG_4480

Koekenbakkers.

De kinderen in mijn kleutergroep spelen al een paar weken met veel plezier in het ‘pannenkoekenrestaurant’. Na de herfstvakantie zijn we in alle kleutergroepen begonnen met dit thema. Samen met de kinderen hebben we het thema de afgelopen weken vormgegeven. Het spel breidt zich steeds verder uit. Begonnen we met één tafeltje met een kleedje en 2 bordjes, inmiddels is er een keukentje waar de pannenkoeken gebakken worden, hebben we een stapel ‘net-echte’ pannenkoeken (geknipt uit lapjes lichtbruin leer), 3 kleine koekenpannetjes, zijn er 2 tafels met stoelen, met kleedjes en kaarsjes, kun je bellen naar het restaurant om te reserveren, afrekenen bij de kassa, liggen er zelfbedachte formulieren waar reserveringen opgeschreven worden en zijn er notitieblokjes om de bestelling van de gasten te noteren.

En als altijd is er weer veel te leren! Motorische vaardigheden bijvoorbeeld.

Er worden servetten gevouwen, deze weken zijn ze rood natuurlijk en maken we er mijters van! In de keuken gooit de kok pannenkoeken in de lucht én vangt hij ze (meestal) weer netjes op in de koekenpan. In het restaurant steekt de ober de kaarsjes aan door middel van een mini-schuifje aan de onderkant en probeert hij het dienblad met één hand vast te houden terwijl er borden en glaasjes op staan. Intussen hebben de gasten het druk met het netjes oprollen van hun pannenkoek.

En verder worden er tafelkleedjes opgevouwen en uitgeklopt, vloeren geveegd en gemopt, zet de ober krabbeltjes op een ‘bestelbriefje’, roert de kok in de beslagkom en zoekt de klant bij de kassa naar muntjes in zijn portemonnee. En bovenal wordt er net als altijd heerlijk en vol overgave gespeeld en genieten de kinderen volop van dit smakelijke thema!

 

Kniples

Sommige dingen moet je gewoon oefenen. Knippen bijvoorbeeld.

En knippen met een echte schaar is vaak nog best moeilijk als je net vier jaar bent. Of linkshandig, of motorisch gezien nog wat moet groeien, of omdat je van je moeder nog nooit met een echte schaar mocht knippen!

Dus organiseer ik af en toe een kniples zonder dat iemand dat door heeft: herfstslingers maken heette de kniples deze keer. Van ronde vouwblaadjes in de kleuren rood, oranje, groen, bruin en geel maken we spiralen.

We zitten in de kring en knippen uit de losse pols. Schaar in de ene hand, het “vouwrondje” in de andere. Ik doe voor hoe je een slingertje knipt: gewoon beginnen met knippen en dan in het rond blijven knippen naar het midden van het blaadje, net zolang tot je een mooie spiraal hebt. Als je wilt teken ik een hulplijntje op het rondje. Maar de meeste kleuters beginnen gewoon.

De slingertjes die klaar zijn hang ik direct op een lijntje dat ik voor het raam heb gespannen. Meestal kan ik het knipwerk niet bijhouden en sta ik voortdurend op een tafel slingertjes op te hangen terwijl onder mij fanatiek doorgeknipt wordt!

Een les waarbij iedereen kan meedoen, iedereen op zijn eigen niveau oefent en élke slinger aan het lijntje opgehangen kan worden, eventueel met extra ‘knip’ van de juf. Waarin naast het oefenen van motorische vaardigheden ook allerlei gesprekken tussen kinderen plaatsvinden. Gesprekken over het knipwerk en de vaardigheden die daarbij nodig zijn (“je moet heel voorzichtig knippen anders gaat-ie stuk!”), rekenbegrippen worden geoefend (“mijn slinger is heel lang”en “maar die van mij is langer”, “hoeveel slingers heb jij, ik heb er meer”) en waarbij ongemerkt wordt gewerkt aan een goede sfeer in de groep. Want zo samen knippen en keuvelen is gezellig en de mooie slinger die gaandeweg ontstaat is van ons allemaal.

Inmiddels hangt de slinger er al weer een tijdje. Maar het knippen van spiralen blijft een geliefde bezigheid en nog dagelijks voeg ik nieuwe exemplaren toe aan het overvolle lijntje voor ons raam!

En na 10 minuten knippen heb je een prachtige slinger!

En na 10 minuten knippen heb je een prachtige slinger!

Het huis aan kant.

Een kleutergroep zonder huishoek is geen échte kleutergroep! De afgelopen weken had ik weinig aandacht geschonken aan de inrichting van deze hoek. Veel spullen waren versleten, kapot of kwijt geraakt. De groep kinderen die er speelde was (te) klein geworden: voornamelijk meisjes die met poppen speelden en een aantal jongste kleuters die graag met de spullen die er nog wél waren manipuleerden: roeren in pannetjes was een favoriete bezigheid.

Hoogste tijd voor wat extra aandacht voor onze huishoek.

Een mailtje naar de ouders met een concreet wensenlijstje zorgde voor 4 tassen met ‘huishoek-spullen’.

Nadat we gezamenlijk alles bekeken hadden, wilde iedereen helpen met inrichten. De jongens die de tassen hadden ‘ingebracht’ hadden geluk. Drie kwartier lang speelden de jongens daarna in de huishoek met de nieuwe spullen. Eitjes bakken in de koekenpan, het tosti-apparaat werd uitgeprobeerd, er was melk voor in de koffie, voor iedereen was er een bord mét bijpassend kopje, je kon lezen in de Allerhande en een van de jongens ging even ‘wat doen’ op de (kapotte) laptop die we kregen van één van de ouders.

Inmiddels zitten we midden in het thema: “Wij bouwen een huis”. In de huishoek wonen nu bouwvakkers. Dankzij de nieuwe spullen kunnen ze voordat ze naar de bouw gaan (de bouwhoek), broodtrommels vullen en koffie zetten voor in de thermosflessen. En hebben ze straks, als het tijd is om te schaften in ieder geval te eten en te drinken!

 

 

 

IMG_3529

In de schaftkeet op ‘de bouw’.

 

Lees verder

Een letter in de lucht!

IMG_3475

“Juf! Een letter in de lucht!”

Eén van mijn favoriete uitspraken is : “Als je goed kijkt, ligt het onderwijs voor het oprapen!”

Vandaag echter hing het in de lucht. En het was druk in de lucht. Van achter de kantoorpanden naast ons schoolplein zagen we vanaf Schiphol vliegtuigen opstijgen. Hoog in de (koude) lucht trokken andere vliegtuigen steeds opnieuw lange strepen. 

Al snel werden de strepen opgemerkt door een aantal kinderen: “Juf! Een letter in de lucht!”

Wat volgde waren gesprekken waarin kennis werd gedeeld, ervaringen werden uitgewisseld, meningen werden verkondigd. Er werd geleerd van en met elkaar. Geleerd met wat er voor handen was: de blauwe lucht en de vliegtuigen die overvlogen.

Waar vliegen die vliegtuigen eigenlijk naar toe? Naar Amerika, Marokko en Dubai, dat was wel zeker! Maar in welke richting werd gevlogen, naar links of naar rechts? Of toch van boven naar beneden? ’t Is maar net hoe je het bekijkt.

Je hebt lange strepen, smalle en brede, maar ook dikke en dunne. Ongemerkt passeerden vele andere (reken-)begrippen de revue: ver weg, dichtbij, hoog, laag, snel, langzaam, boven, beneden. En natuurlijk bleven de letters in de lucht niet onbesproken. Want een ‘x’ kan ook een kruis zijn!

Zoveel te leren op een gewone dinsdagochtend op een schoolplein in Amsterdam. Ik hou ervan!