Rekendruppels

De afgelopen week werden we tijdens het buiten spelen regelmatig overvallen door een flinke stortbui. Zo snel als ze kwamen, verdwenen ze ook weer. Sommigen kinderen schuilden tijdens zo’n bui even in het speelhuisje, anderen renden snel naar het halletje en bleven warm en droog wachten tot de bui over was. En een paar keer werden we aan het eind van zo’n bui ook nog getrakteerd op een mooie regenboog!

Na zo’n flinke bui druppelt het op ons plein nog een hele tijd na. Het grote balkon dat over de breedte van het hele plein hangt, is daar de oorzaak van.

Terwijl de kinderen tussen de druppels speelden, haalde ik een stapel emmers uit de schuur en deed ik voor hoe je ze in het emmertje kon opvangen. We kwamen emmers tekort want dit wilde iedereen wel!

Er werden druppels geteld, gekeken wie meer of minder had, in welke emmers de meeste druppels waren gevallen, in welke de minste. Er waren volle emmers, emmers die leeg waren of waar evenveel druppels in gevallen waren. Een volle emmer is zwaarder dan een lege emmer en een emmer zonder druppels weegt veel minder, die is licht. Er waren druppels die snel druppelden, je had langzame druppels, grote en kleine. Ontelbaar veel rekenbegrippen passeerden de revue.

Ik hou van buiten spelen. Buiten, waar een regenbui zomaar kan veranderen in een rekenles en regendruppels gewoon veranderen in rekendruppels!

Coronamaandag

Het is weer maandag. Maandag tijdens de corona-crisis. Onderwijs op afstand, onderwijs aan kleuters op afstand. De eerste twee weken was het even zoeken maar inmiddels hebben we onze draai gevonden. Maandag is de dag waarop we bedenken wat we onze  kleuters de komende week zullen aanbieden. En ook de dag dat we thuis-speel-werkpakketjes klaarmaken.

Deze week zit er iets in voor spel (twee kleine poppetjes), iets om te knutselen en de fijne motoriek te oefenen (rietjes en touw om een ketting te maken), een memory-spel om zelf te maken (over de groei van de boon die we twee weken geleden mee gaven) en de kalender die normaal gesproken in de klas hangt (om de dagen van de week te oefenen).

Verder maken we op deze dag een aantal vlogs. Voor elke schooldag één. Vlogs waarin we instructie geven over bijvoorbeeld het maken van de ketting. Of we laten zien dat de sokken uit de wasmand sorteren eigenlijk gewoon een rekenles is. Ook lezen we elke dag een gedicht voor uit het prachtige boek ‘Ik wou dat ik een vogel was’. En natuurlijk verbinden we aan elk gedicht een passende taaloefening.

We hopen dat iedereen op deze manier ‘aan blijft staan’ en dat onze vlogs inspirerend zullen zijn. Dat we contact hebben én houden met alle kleuters en hun ouders is eigenlijk het belangrijkst. En gelukkig lukt dat!

Maar niets zo leuk als een klas vol echte kleuters! Dus hopelijk mag de school weer snel open. Offline onderwijs geven is toch echt t allerfijnst!

 

Een hart van goud.

Een vergeten blogje! Geschreven in de laatste week voor de zomervakantie van 2018, maar helemaal vergeten te publiceren. Dus bij deze, zo vlak voor de kerstvakantie, alsnog dit blog!

 

Een hart van goud en een ‘kusje-van-de-juf’. Deze kiezels hebben het in zich!

Vrijdag, als de zomervakantie eindelijk begint en we afscheid van elkaar zullen nemen, mag iedereen er eentje uitkiezen en mee naar huis nemen.

En tot die tijd worden ze steeds opnieuw opgepakt, voorzien van nog meer liefde en overladen met heel veel kleuterkusjes.

Was het maar vast vrijdag!

 

 

 

In de buurt

Een tijdje terug maakten we een eerste lentewandelingetje door onze buurt. De buurt van onze school en de buurt waar de meeste kinderen én ikzelf wonen. De zon scheen en eindelijk konden we naar buiten zónder mutsen, dikke sjaals en warme wanten. De echte winterkou was voorbij!

In het park maakten we een rondje en wat was er al veel te zien! Er bloeiden sneeuwklokjes en krokussen en ook de narcissen bloeiden bijna. De takken van de forsythia en de gele kornoelje zaten vol met gele bloesem en ook de magnolia zat vol knoppen. We zagen en hoorden koolmeesjes en merels, zagen een aalscholver zitten in het zonnetje en we keken naar de meeuwen die op een rijtje op een hek zaten. En in het slootje vlakbij school, zwommen eenden, meerkoeten en een waterhoentje.

Ik vertelde over de vogels en dat wanneer je stil bent je ineens veel meer vogeltjes hoort zingen. Dat wanneer je een narcis plukt, je wel een jaar moet wachten tot er weer een nieuwe bloem komt. En dat je niet moet rennen door het krokusveldje omdat ze dan stuk gaan en niemand er meer van kan genieten. Het was een fijne buitenles.

Terug op school praatten we nog wat na over de wandeling en maakten sommige kinderen er mooie tekeningen over.

Aan het eind van de dag toen ik door het park naar huis fietste, kwam ik één van mijn kleuters tegen. Samen met z’n oudere broer rende hij door het park. Toen hij mij zag riep hij al van verre dat hij z’n broer de sneeuwklokjes ging laten zien. En later thuis, toen ik vanachter het raam het park in keek, zag ik in de verte nóg een kleuter. Met z’n grote nicht maakte hij een wandelingetje door het park. Aan z’n gebaren kon ik zien dat hij haar vertelde over de krokussen. Hij deed voor hoe je er heel voorzichtig tussendoor kunt lopen zonder de bloemetjes te beschadigen. Toen zijn oog viel op een paar narcissen die al wel in bloei stonden, kon hij de verleiding niet weerstaan en plukte hij toch heel voorzichtig één bloem.

Wat is het toch leuk om dicht bij je werk te wonen!

 

 

 

Schoolreis

“Als je goed kijkt ligt het onderwijs voor het oprapen!” Elke dag opnieuw kan ik me hier weer over verbazen. Hoe weinig ik eigenlijk nodig heb om mijn werk te kunnen doen, alles is er, altijd, overal.

Afgelopen week bijvoorbeeld, de dag voordat we op schoolreis gingen. Voor zo’n dag moet er van alles geregeld worden. Dat zou ik na schooltijd in mijn eentje kunnen doen natuurlijk, maar ik besloot er deze keer een hele dag voor uit te trekken. Samen met mijn kleuters. Het werd een zinvolle, leerzame én productieve dag.

We begonnen ’s ochtends met het maken van ‘groepjes’.

Ik maakte briefjes met de namen van de moeders die mij tijdens de schoolreis zouden ondersteunen en zich over een groepje kinderen zouden ontfermen. Daarna bespraken we wie er in welk groepje wilde, of misschien wel moest. Want we kwamen er al snel achter dat het niet echt verstandig is om bijvoorbeeld alle ‘kleintjes’ bij elkaar in een groepje te plaatsen. Er volgde een mooi gesprek over wat ‘verstandig’ eigenlijk is, wie al schoolreis-ervaring had en wat we voor elkaar konden betekenen tijdens de schoolreis.

Het verdelen van de kinderen was daarna zo geregeld. Iedereen was tevreden over zijn of haar schoolreisgroepje en wie wilde schreef zijn naam op het briefje van zijn of haar groepje. Sommigen deden dat uit hun hoofd, anderen gebruikten het voorbeeldkaartje. Voor andere kleuters schreef ik de naam op en weer een ander zei niks maar krabbelde later toen niemand keek toch snel z’n naam op één van de briefjes!

Daarna zochten we de school-Tshirts uit en maakten we twee stapeltjes, één met maat 116 en één met maat 128. Elk labeltje werd nauwkeurig bestudeerd en de T-shirts met een andere maat werden weer opgevouwen en gingen terug in de bak.

De rozijnen werden verdeeld, voor elke kleutergroep evenveel. Steeds opnieuw werden de doosjes geteld en toen we er zeker van waren dat het klopte deden we ze in vijf zakken, voor elke kleutergroep één, en legden ze bij T-shirts.

Er restte nog één klusje: de instructiebrieven voor de moeders moesten nog voorzien worden van namen. Genoeg gegadigden natuurlijk! Nadat op alle brieven ‘mama van …’ was geschreven waren we klaar.

En zo lagen er aan het eind van de dag keurige stapeltjes met T-shirts, briefjes met de groepsindeling, brieven voor de moeders en zakjes met rozijnen op de tafel. We keken ernaar en waren dik tevreden. Dat hadden we toch maar mooi met z’n allen geregeld. We kunnen op schoolreis!

 

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

 

 

 

 

Een los schaap.

Dit schooljaar waren er ongeveer élke vakantie werkzaamheden in ons schoolgebouw. Alles werd zoveel mogelijk in die vakanties gepland, maar dat betekende niet dat al die werkzaamheden geruisloos en zonder slag of stoot aan ons voorbij gingen.

Er werden systemen aangebracht waardoor de lucht in school schoner zou worden. Doordat die systemen onverwacht meer ruimte in namen dan de bedoeling was, leverde dat weer nieuwe werkzaamheden op. Digiborden werden verplaatst, overvolle inpandige kasten moesten ontruimd worden omdat daar ineens grote buizen met schone lucht geplaatst werden. Daarnaast werd het meubilair in etappes vervangen, kwam er overal nieuwe verlichting en kregen we moderne keukentjes in de lokalen. Kortom, voor en na elke vakantie stonden wij kasten uit en in te pakken, keukenkastjes te ontmantelen, sjouwden we oude tafeltjes en stoeltjes de school uit, verplaatsten we meubilair zodat er door de werklui vrijuit gewerkt kon worden én versleten we tientallen verhuisdozen!

We waren er druk mee. Soms offerden we een vakantiedag op om alvast wat puin te ruimen en dozen uit en kasten in te pakken. Soms lieten we ons verrassen en begonnen we de maandag na een vakantie gewoon maar tussen de dozen of andere ‘ongeregeldheden’.

En zo ging het afgelopen maandag ook. Ik opende de deur na een weekje Pinkstervakantie en daar stonden ze hoor: vier nieuwe kasten. Over het hoofd zien was onmogelijk, ze stonden pontificaal midden in het lokaal. Op de tafels eromheen stond de inhoud van de oude kasten, voor de vakantie door mij en een paar behulpzame moeders daar neergezet.

Ik schoof de kasten aan de kant en zorgde ervoor dat ik mijn 27 kleuters in elk geval een zitplaats kon aanbieden door de bankjes van de kring op hun plek te zetten. De rest kwam later wel.

Toen iedereen er was kletsten we wat met elkaar over onze Pinkstervakantie en daarna vroeg ik me hardop af hoe we die kasten toch zo snel mogelijk ingericht en voorzien van planken op hun plek konden krijgen. Meteen werd duidelijk dat ik dit niet alleen hoefde op te lossen!

Ideeën te over. De planken in de kast leggen was echt niet moeilijk. Een hamer en een spijker heb je nodig. Een ander dacht aan schroeven. En weer iemand anders bedacht dat je eerst een touwtje spant en daar dan de plank op legt.

Onderin de kasten waren spannende zakjes met ‘dingetjes’ geplakt. Het leken wel kleine lepeltjes of iets om mee te boren. Na een korte inspectie van de zakjes wist iemand te vertellen dat je die dingetjes nodig hebt om de plank mee te bevestigen. Een dingetje dat een plank kan dragen, een plankdrager dus!

Bovenop de kast lagen pakketten. Met een brief.
We bestudeerden samen de brief en herkenden de naam van onze school. Fijn, de kasten zijn écht voor ons! Maar ook benoemden we de getallen op de bon en herkenden we de letters van onze namen.

Samen onderzochten we daarna de pakketten. Daar moesten wel de planken inzitten gezien de maten van de pakketten en de grootte van de kasten.

Iemand las voor wat er op het etiket stond: “l o s – s ch aa p”. De ‘a’ werd als ‘aa’ gelezen wat voor grote hilariteit zorgde. Een schááp! Nee dat zat er echt niet in, dat zag je meteen. Samen lazen we opnieuw de twee woorden en concludeerden dat er ‘los scháp’ stond. Er zaten scháppen in het pakket, schappen die eruit zagen als planken, een schap is dus een soort plank!

We pakten de plankdragers erbij, “je hebt er vier nodig juf, anders wiebelt het” en bedachten dat die dingetjes eigenlijk anders zouden moeten heten, want ze dragen schappen en geen planken. Voor de zekerheid zochten we dat nog even op en inderdaad, er zijn plankdragers en er zijn schapdragers.

Tevreden over zoveel verstand van zaken rondden we onze klus af. Buiten scheen de zon. Na al dat harde werken was het de hoogste tijd om mijn 27 schaapjes los te laten op het schoolplein!

 

Deze slideshow vereist JavaScript.